Bij rode wijn vindt de gisting plaats samen met de schillen, waardoor kleur en tannines vrijkomen.
Rode wijnen hebben vaak aroma’s van rood of zwart fruit, kruiden, aarde of specerijen.
Afhankelijk van druif, klimaat en vinificatie kunnen ze licht en sappig zijn (bijv. Pinot Noir) of stevig en rijp (bijv. Cabernet Sauvignon).
Veel rode wijnen rijpen op hout om extra complexiteit en zachtheid te krijgen.
Ze passen goed bij vleesgerechten, kazen en rijkere maaltijden, en worden meestal op kamertemperatuur geserveerd.